Leren reflecteren

Jenaplan-onderwijs heeft een aantal speerpunten, waarover u misschien al heeft gelezen op de pagina over ons Jenaplanonderwijs. Wat we daar nog niet zo uitgebreid besproken hebben, is het ‘leren reflecteren’: een belangrijk onderdeel van ons onderwijs.

Ieder mens mag fouten maken. Sterker nog, van de dingen die niet gaan zoals we hadden gewild of gedacht, leer je soms het meest. Daarom is het helemaal niet erg om fouten te maken, iets verkeerd in te schatten, of een keuze te maken die achteraf toch niet zo goed bij je past. Belangrijk hierbij is wel dat de kinderen leren om hierop terug te kijken en te bedenken hoe het anders had gekund. Maar ook doelen stellen, plannen maken, omgaan met tegenslagen en verantwoordelijkheid nemen, zijn belangrijke vaardigheden.

Groeien als individu en als groep

Reflecteren doen de kinderen zelf, met de stamgroepleider en met elkaar. Ze kijken naar hun eigen rol, naar hun talenten en minder sterke kanten. Zo groeien ze als individu, maar ook als stamgroep. Ieder kind kan binnen de groep de rol op zich nemen die het beste bij hem of haar past. De groepsleden leren rekening te houden met elkaar en weten wie ze waarvoor om hulp kunnen vragen.

Het handlees-model

Om de kinderen spelenderwijs deze vaardigheden aan te leren, gebruiken wij het ‘handlees-model’. We koppelen reflectievragen aan bepaalde vingers, zodat de kinderen makkelijker kunnen onthouden welke vragen ze zichzelf of een ander kunnen stellen. Zo wordt reflecteren een gewoonte, waardoor ze bewuster leren en zichzelf continu verbeteren.